Ga offline met de app Player FM !
Ds. W.L. Tukker: Jezus’ lijden in een Psalm (1)
Manage episode 405194162 series 2942333
Lijden
Men moet evenwel zich ervan bewust zijn, dat ook deze Psalm een lijdenspsalm is in die bijzondere zin, dat Jezus met Zijn discipelen hem gezongen hebben aan het Avondmaal, bij de ingang van hetlijden, gelijkPsalm 115ook deze. Wij herhalen dat de Lofzang, het Hollel, steevast bij de Paasmaaltijd gezongen werd:Psalm 113en 114 of alleen 114 aan het begin van de Paasmaaltijd en dePsalmen 115tot 118 aan het einde. Wat Jezus' eigen lippen gesproken en gezongen hebben, dat moet wel lijdensstof en lijdenslied bij uitnemendheid zijn.
Diepte
Zo bezien ontvangt dit lied boven de ervaringswarmte de borgtochtelijke diepte. Welnu, danPsalm 116! Het lied begint met de woorden: ,Ik heb lief’, zonder nadere bepaling. De berijmers hebben er van gemaakt: Gód heb ik lief, zulks stellig om de woorden die volgen: „want de HEERE hoort mijn stem." Hoe soberder de woorden, hoe wijder de strekking, hoe dieper de zin. Ik heb lief. Hier is dus de Zaligmaker bezig met het grote gebod. Met dit gebod voor ogen begint Hij Zijnlijden, begint Hij het verlossingswerk. Die liefde en de dank zijn niet het slot van Jezus'lijden, nadat Hij op de Paasmorgen is uitgered, nadat Hij heeft verlost en is verlost, maar zij vormen het begin, de inzet van hetlijden. Het wordt het grote preludium van de lijdenszang: Ik heb lief!
Onbegrijpelijke liefde
Wat heeft Jezus goed geweten wat Hem te wachten stond en van wie Hij het te wachten had, wat heeft Hij het goed geweten, wanneer Hem dit te wachten stond en hoelang het duren zou. Zo lang te voren had Hij het voorzegd aan Zijn discipelen en naarmate het dichterbij kwam had Hij er vaker en duidelijker over gesproken. En toch tegen dit alles in: Ik heb lief! Hij zingt het uit. Het is deze liefde tot God, die Hem beweegt om te gaan doen, wat Hij gaat doen. Vergeten wij het toch niet, dat hetlijdenvan Christus theologisch bepaald is dat Hij in de eerste plaats voor Zijn Vader gaatlijden, dat Hij 's Vaders eer gaat redden, dat Hij 's Vaders schepping gaat terug verwerven en dat Hij 's Vaders beelddragers in eer gaat herstellen. Het is onbegrijpelijke liefde van God de Vader geweest, dat Hij Zijn Zoon, Zijn eniggeboren Zoon, heeft gegeven aan een wereld verloren in schuld en dat Hij Hem heeft gegeven tot in de dood en tot in de smarten der hel.
Maar het is even onbegrijpelijke liefde geweest van de Zoon, dat Hij 's Vaders rechtmatige toorn over de zonde heeft willen aanvaarden, dat Hij die over Zich heeft laten komen. En dat Hij bij het naderen van die toorn Gods gezegd, gezongen heeft: Ik heb lief. Hij heeft het recht Gods liefgehad. Niet minder groot was de geloofsgehoorzaamheid van de Heere Jezus dan die van Isaäk, toen deze zich liet binden op het hout van het altaar.
Gereformeerd Weekblad, 1967
600 afleveringen
Manage episode 405194162 series 2942333
Lijden
Men moet evenwel zich ervan bewust zijn, dat ook deze Psalm een lijdenspsalm is in die bijzondere zin, dat Jezus met Zijn discipelen hem gezongen hebben aan het Avondmaal, bij de ingang van hetlijden, gelijkPsalm 115ook deze. Wij herhalen dat de Lofzang, het Hollel, steevast bij de Paasmaaltijd gezongen werd:Psalm 113en 114 of alleen 114 aan het begin van de Paasmaaltijd en dePsalmen 115tot 118 aan het einde. Wat Jezus' eigen lippen gesproken en gezongen hebben, dat moet wel lijdensstof en lijdenslied bij uitnemendheid zijn.
Diepte
Zo bezien ontvangt dit lied boven de ervaringswarmte de borgtochtelijke diepte. Welnu, danPsalm 116! Het lied begint met de woorden: ,Ik heb lief’, zonder nadere bepaling. De berijmers hebben er van gemaakt: Gód heb ik lief, zulks stellig om de woorden die volgen: „want de HEERE hoort mijn stem." Hoe soberder de woorden, hoe wijder de strekking, hoe dieper de zin. Ik heb lief. Hier is dus de Zaligmaker bezig met het grote gebod. Met dit gebod voor ogen begint Hij Zijnlijden, begint Hij het verlossingswerk. Die liefde en de dank zijn niet het slot van Jezus'lijden, nadat Hij op de Paasmorgen is uitgered, nadat Hij heeft verlost en is verlost, maar zij vormen het begin, de inzet van hetlijden. Het wordt het grote preludium van de lijdenszang: Ik heb lief!
Onbegrijpelijke liefde
Wat heeft Jezus goed geweten wat Hem te wachten stond en van wie Hij het te wachten had, wat heeft Hij het goed geweten, wanneer Hem dit te wachten stond en hoelang het duren zou. Zo lang te voren had Hij het voorzegd aan Zijn discipelen en naarmate het dichterbij kwam had Hij er vaker en duidelijker over gesproken. En toch tegen dit alles in: Ik heb lief! Hij zingt het uit. Het is deze liefde tot God, die Hem beweegt om te gaan doen, wat Hij gaat doen. Vergeten wij het toch niet, dat hetlijdenvan Christus theologisch bepaald is dat Hij in de eerste plaats voor Zijn Vader gaatlijden, dat Hij 's Vaders eer gaat redden, dat Hij 's Vaders schepping gaat terug verwerven en dat Hij 's Vaders beelddragers in eer gaat herstellen. Het is onbegrijpelijke liefde van God de Vader geweest, dat Hij Zijn Zoon, Zijn eniggeboren Zoon, heeft gegeven aan een wereld verloren in schuld en dat Hij Hem heeft gegeven tot in de dood en tot in de smarten der hel.
Maar het is even onbegrijpelijke liefde geweest van de Zoon, dat Hij 's Vaders rechtmatige toorn over de zonde heeft willen aanvaarden, dat Hij die over Zich heeft laten komen. En dat Hij bij het naderen van die toorn Gods gezegd, gezongen heeft: Ik heb lief. Hij heeft het recht Gods liefgehad. Niet minder groot was de geloofsgehoorzaamheid van de Heere Jezus dan die van Isaäk, toen deze zich liet binden op het hout van het altaar.
Gereformeerd Weekblad, 1967
600 afleveringen
Alle afleveringen
×Welkom op Player FM!
Player FM scant het web op podcasts van hoge kwaliteit waarvan u nu kunt genieten. Het is de beste podcast-app en werkt op Android, iPhone en internet. Aanmelden om abonnementen op verschillende apparaten te synchroniseren.